OVER KINDERFYSIOTHERAPIE
Als u met uw kind bij de kinderfysiotherapeut komt is er eerst een gesprek om duidelijk te krijgen wat de hulpvraag is.
Daarna wordt er een observatie gedaan van de motorische vaardigheden en een onderzoek naar de bewegingsproblemen.
Bij baby’s kijk je naar de motoriek met behulp van een motorische schaal, bij oudere kinderen neem je een motorische test af.
Ook kijk je naar de tonus van de spieren en naar het looppatroon en de houding.
En natuurlijk ook specifiek naar het bewegingsprobleem.
Na dit onderzoek wordt er een behandelplan gemaakt wat met de ouders besproken wordt.
De ouders zijn in principe bij de behandeling aanwezig. Zij kunnen dan het kind stimuleren om thuis ook de oefeningen te doen en zich te houden aan adviezen die gegeven worden.
Kinderfysiotherapie bij baby, peuter en kleuter
Achterstand in de motorische ontwikkeling, zoals bijvoorbeeld moeite met omrollen of laat gaan lopen.
Voorkeurshouding, afgeplat hoofdje bij baby’s ( ook meten is mogelijk).
Overstrekken, huilbaby.
Lage of hoge spierspanning.
Afwijkend looppatroon, bijvoorbeeld naar binnen lopen met de voetjes of tenengang.
Orthopedische aandoeningen, zoals bijvoorbeeld klompvoetjes.
Cerebrale parese, plexus brachialislesie.
Syndroom van Down.
Kinderfysiotherapie bij kinderen vanaf groep 2
Moeite met grove motoriek, zoals bijvoorbeeld moeite met het evenwicht, met springen of met hardlopen.
Problemen met fijne motoriek en schrijven.
Klachten bij sporten van bijvoorbeeld achillespezen, enkels en knieën.
Naar binnen lopen met de voeten.
Rugklachten, scoliose en kyfose ( ronde houding).
Verkeerde ademhaling, hyperventilatie.
Obesitas ( nu in samenwerking met jeugdarts en diëtiste).
ADHD en DCD met motorische problemen.
Hoofdpijnklachten.